VORIGE PAGINA     |   INDEX GETUIGENISSEN  |    VOLGENDE PAGINA
getuigenissen
Inhoud van deze pagina:

24. Koning van Engeland genezen van multiple sclerose na gebed van Branham

25. congresman William Upshaw genezen na 66 jaar kreupel

26. Jehova's Getuigen komen bovennatuurlijk tot Christus
24 Koning George van Engeland genezen van multiple sclerose na zijn gebedverzoek aan William Branham

Koning George van England werd genezen van multiple sclerose In de samenkomsten van Forth Wayne werd een zakenman van multiple sclerose genezen. De man heette Walt Amen en was sinds jaren bedlegerig. Hij was een vriend van de privé-secretaris van Koning George. De Koning van Engeland leed eveneens aan multiple sclerose en hoorde van de genezing van deze man. Hij schreef mij een brief en verzocht mij naar hem toe te komen. Ik kan u zijn brief met al de zegels laten zien. Het was mij op dat tijdstip niet mogelijk hem te bezoeken, en dus belde ik hem op. Ik zei tegen de Koning, dat ik hier voor hem zou bidden, want God zou mij hier evenzeer horen als wanneer ik bij hem zou zijn. Daarop ontving ik een telegram en men verzocht nogmaals om een bezoek. Toen ik dan later naar Engeland ging, bezocht ik de Koning. Hij was volledig genezen. Voordien was hij niet in staat geweest ook maar vijf minuten op te staan. Een dag na mijn gebed speelde hij al golf.
Tot aan zijn dood was hij vrij van deze ziekte. Toen hij stierf, was ik in Afrika. De dokters vonden een kleine tumor in zijn long. Een bloedprop was in zijn hersens gekomen: dit veroorzaakte zijn dood. Hij was werkelijk een fijne man.
Koning George van England


HOME         INDEX getuigenissen   



25 congresman en presidentskandidaat van 1932, William Upshaw wonderlijk genezen na kreupel te zijn voor 66 jaar

William Upshaw Congreslid Upshaw ... degene die in een samenkomst genezen werd en de Here liet mij een visioen over hem zien daar in Californië. Hij was kreupel geweest gedurende 66 jaar en hij werd onmiddellijk genezen, door de barmhartigheden Gods. Wierp zijn krukken weg en zijn oude stoel en zo. Hij was hier in Shreveport, geloof ik, en getuigde. Hij had vroeger dit gezegde.
Hij was de senator, geloof ik, of zoiets gedurende vele jaren, en congreslid uit Georgia. En hij was een vertegenwoordiger van de Baptistenkerk van de "Zuidelijke Baptistenraad." En toen deed hij mee in de strijd voor het presidentschap, in verband met de nominatie, maar hij werd verslagen wegens zijn toestand. En die nacht ik had zelfs nooit van de man gehoord, nooit. Doctor Roy Davis, degene, die mij de handen oplegde bij mijn inwijding voor de Zendings-baptistenkerk, zond hem naar mij toe. En toen hij de samenkomst binnenkwam, riep de Heilige Geest hem daar bij naam, terwijl er duizenden mensen zaten, en zei hem wie hij was en zei hem dat de Here hem had genezen. En hij kwam naar het podium zonder krukken, zonder beugels, zonder iets, bukte zich voorover op de leeftijd van 70 jaar of zoiets en raakte zijn tenen aan heen en terug, volledig bevrijd. En een spreker dat hij was en een groot man.

Uit de prediking "Invloed" van William Branham gehouden op 30 November 1963 Shreveport USA

HOME         INDEX getuigenissen   



26 Jehova's Getuigen komen bovennatuurlijk tot Christus

William Branham Eens zat een Jehova's Getuige in één van mijn samenkomsten. Hij had van mijn samenkomsten gehoord en kwam naar Louisville. Hij had thuis een zoon, wiens been door kinderverlamming verkromd was. Toen zag hij op een avond een kleine jongen uit zijn rolstoel stappen. De jongen had een te kort been gehad en een gebrek aan zijn mond. De jongen sprong het podium op en predikte tot de mensen. Dat overtuigde de man.
Toen ik in Ohio in een grote tent predikte, zat hij met zijn zoon ergens in de menigte. Toen sprak de Heilige Geest door mij de volgende woorden: "Daar achter zit een man, zijn naam is Banks Wood, hij is aannemer. Hij woont in Crestwood, Kentucky. Hij is een overtuigd Jehova's Getuige. Naast hem zit zijn zoon, hij heet David en heeft tengevolge van kinderverlamming een verkromd been. Zo spreekt de Here: Hij is genezen!"
Hij wist daarop niet wat hij doen moest. Na enige ogenblikken zei de moeder van de jongen: "David, sta op!" De jongen stond op en was zo gezond en normaal als ieder ander. Dat overtuigde de man. Hij verkocht zijn timmermanswerkplaats en verhuisde naar onze stad. Hij kocht een huis voor zich en vandaag zijn wij buren.
Door zijn geloof in Goddelijke genezing werd hij uit de gemeenschap van de Jehova's Getuigen gestoten. Ze zeiden dat het van de duivel was. Op een dag kwam één van zijn broers op bezoek. De genezen jongen was intussen een jongeman geworden en werkte in een supermarkt als inkoper. Vandaag moet hij nadenken om te vertellen welk been vergroeid was. Zijn broer kwam dus op bezoek en zei: "Banks, je weet dat wij je allen als onze broer liefhebben. Maar hoe kon je zover afvallen? Hoe kun je naar zo'n fanatieke prediker luisteren en het geloof opgeven, dat je vader je geleerd heeft?"
"Ik heb toch het geloof niet opgegeven dat mijn vader mij geleerd heeft", zei hij, "heden geloof ik eenvoudig meer. Ik geloof dat wat ik geloofde, plus dat wat ik nu ook weet." "Welke dwarsdrijver heeft je helemaal overstuur gemaakt?" vroeg hij.
"Daar op het grasveld kun je hem zien, hij is juist aan het maaien. Zou je met hem willen spreken?"
"Ja, ik zou graag een ogenblik met hem spreken om te zien wat dat voor een kerel is", zei hij. De heer Wood riep mij en ik kwam bezweet in mijn jas vol stof in zijn huis. "U bent dus de prediker, die mijn broer op dit dwaalspoor gevoerd heeft?" vroeg hij.
"Nee", antwoordde ik, "ik ben zijn broeder in Christus en predik het Evangelie."
Hij bekeek mij een paar keer van boven tot beneden. Toen gingen wij zitten en spraken met elkaar. Hij was geen onverstandige man. Hij zei: "Meneer Branham, wij zijn als strenge Jehova's Getuigen opgevoed. Onze vader is voorlezer bij de Jehova's Getuigen."
"Dat is fijn", zei ik, "ik ben blij dat te horen. Ik stel het op prijs, dat u een vader en een moeder hebt, die u tot een oprechte, rechtzinnige man hebben opgevoed."
Terwijl ik daar zo zat, kwam de Heilige Geest in Zijn goedheid en genade over mij en er kwam een visioen tevoorschijn. Ik sprak de man aan: "Meneer Wood, ik zie dat u een getrouwde man bent. U hebt een blonde vrouw en twee jongens in de leeftijd van zes en acht jaar."
Hij keek heel eigenaardig zijn broer aan. Ik zei: "U gelooft dat Banks mij deze dingen verteld heeft. Maar dat is niet zo. Misschien helpt dit u: u hebt uw vrouw verlaten; u was haar ontrouw. De vorige nacht was u tezamen met een vrouw die kastanjebruin haar heeft. Zij is veel jonger dan u. U bent met elkaar in een kamer geweest toen een man op de deur klopte. U bent door het raam ontsnapt. Het is goed, dat u door het venster ontsnapt bent, want de man vóór de deur zou u een kogel door uw hoofd hebben gejaagd. Hij had namelijk een pistool in zijn hand."
De man viel op de grond, want hij wist dat Banks mij deze dingen niet verteld had. "Ik zou meer over deze zaak willen weten", zei hij. Daar in die kamer redde de Here Jezus hem. Hij ging naar huis en vertelde het aan zijn vader.
Zijn vader zei: "Nu zijn jullie allemaal in de war!" Toen kwam zijn zuster op bezoek. Zij kwam in een samenkomst en bekeerde zich. Ik doopte haar in het Christelijk geloof.
Toen ontplofte de vader en kwam persoonlijk naar ons toe. Banks en zijn vrouw waren niet thuis toen hij kwam. Toen ik thuis kwam, zag ik een wagen bij de ingang en een wat oudere man stond in de tuin. Ik sprak hem aan. Hij stelde zich voor: "Mijn naam is Wood", zei hij. "Mijn naam is Branham", antwoordde ik, "ik ben blij u te zien."
"Van mijn kant eveneens", zei hij, "weet u waar Banks is?" "Vermoedelijk zijn zij inkopen aan het doen", zei ik. "Hij is met zijn vrouw weggereden. Zou u niet binnen willen komen?" "Nee", zei hij, "het is beter als ik buiten blijf."
"Ach, komt u toch binnen en drink een glas water. Banks zal spoedig terug zijn." Reeds na enkele minuten kwam Banks binnen. Hij begroette zijn vader.
Wat later wilde de vader gaan vissen. "Hebt u tijd om met ons te vissen?" vroeg hij. "Zeker heb ik tijd", antwoordde ik, want ik wilde mij wat met hem bezig houden. De volgende nacht regende het dat het goot en vader Wood zei: "Het zal wel nauwelijks zin hebben, dat we gaan vissen, want de rivieren zijn vol en vuil."
"We kunnen het proberen", zei ik.
Wij staken de rivier over en ik bad tot de Here, dat Hij mij zou helpen. Ik was niet van plan ook maar één woord over godsdienst te spreken. Ik wilde afwachten tot hij erover begon. Als hij er een verlangen naar had, dan zou hij vanzelf spreken.
Toen wij de rivier overstaken, zag ik een visioen. Ik zei tegen de heer Wood: "Zoals u weet zal elke rivier die wij vandaag oversteken, vuil water hebben. Maar wij gaan naar een klein meer. Het meer zal helder en zuiver zijn. Wij zullen tot ongeveer half vier met elkaar vissen zonder één enkele vis te vangen. Dan zullen de vissen eerst aan mijn haak bijten. Ik zal er ongeveer vijfentwintig kilo vis uittrekken. Uw zoon Lyle zal maar één vis vangen. We zullen tot middernacht vissen. De volgende dag zal ik een blauwe en een buitengewoon grote vis vangen. We zullen dan nog de hele dag vissen zonder ook maar één enkele vis te vangen. Zo spreekt de Here!" De heer Wood keek Banks aan, grijnsde voor zich heen en keek toen om zich heen.
Precies zo gebeurde het toen. Toen ik de volgende dag de tweede vis gevangen had, probeerde de man het op elke bereikbare plaats aan de oever. Met alle middelen probeerde hij nog een vis tot bijten te brengen, maar zonder resultaat. Ik had mijn vijfentwintig kilo en de twee anderen vissen. De ene woog vijf pond en de andere acht. Ik had de vissen met een kleine hengel (nr. 4) en zonder hulp van een net gevangen. Als iemand een beetje verstand van vissen heeft, dan weet hij, dat God daar achter moest staan. Vader Wood zat er bij en moest alles over zich heen laten gaan. Hij begon met zichzelf te spreken.
De volgende dag zei zijn zoon tegen hem: "Nu vader, hoe denkt u over deze zaak?" "Nu, als iemand de vissen kan zien, voordat hij ze vangt, kan dat in orde zijn", zei hij. Ik zei: "Maar meneer Wood, dat kan ik niet altijd, dat gebeurde omwille van u! Maar u moet letten op wat de Bijbel zegt: 'Als iemand onder u een profeet is of wanneer iemand geestelijk is, als dat wat hij profeteert, in vervulling gaat, dan moet u naar die man luisteren.' Niets tegen de heer Rutherford (Stichter van de Jehova's Getuigen, toen nog 'Ernstige Bijbelonderzoekers'), maar als hij zegt, dat Christus in 1914 in de Geest gekomen is, dan neemt hij weg, dat Christus op de dag van Pinksteren op die wijze kwam. Dan zijn er nog meer dingen, die hij verkeerd heeft gezien. Wat is daar dan mee?"
Later doopte ik de heer Wood en zijn vrouw in het Christelijk geloof.

VORIGE PAGINA     |   VOLGENDE PAGINA

HOME      INDEX getuigenissen    TOP   

______________________________________________

Voor vragen of opmerkingen:





Peter van Oort

Peter van Oort