VORIGE PAGINA     |   INDEX GETUIGENISSEN  |    VOLGENDE PAGINA
getuigenissen

Inhoud van deze pagina:

74 Het visioen van het rendier en de beer
     aan William Branham getoond,
     volmaakt vervult.
74 Het visioen van het rendier en de beer door God aan William Branham getoond, werd volmaakt vervult

Jachttocht William Branham vertelde zijn visioen over de rendier en de beer al maanden vaardat het geschiedde. Ooggetuigen zagen dit visioen tot in de kleinste details in vervulling gaan.

William Branham tijdens een jachttocht


God gaf William Branham een visioen van een toekomstige jachtpartij in Canada. Hij verhaalde het gehele visioen aan de gemeente in Jeffersonville, maanden voordat het geschiedde.

In het visioen was hij ergens in Noord Amerika op jacht op groot wild. Hij kon niet precies zeggen waar, maar hij wist wel op welk soort wild hij jacht zou gaan maken. Een van de trofeeën was een schepsel, dat op een hert geleek, alleen veel groter. . Nog nooit in zijn leven had hij er een gezien noch jacht op gemaakt. Bij het jagen werd hij vergezeld door twee mannen van wie één een groen geruit hemd droeg.

Terwijl hij dit hertachtig dier besloop, zag hij een hinde en een reekalf van dezelfde soort. Toen hij in goede schietpositie was gekomen, velde hij het dier en ging er heen om het te bekijken. Toen zag hij hoe een handje gelijkend op dat van een kind werd uitgestoken en de lengte van de horens mat. De lengte bedroeg 42 duim. (eng. Inch)

Terwijl hij dit hertachtig dier besloop, zag hij een grote gespikkelde beer. Hij doodde deze beer met één schot. Toen deze dood op de grond lag, bedacht hij, dat hij het dier met een 0.270 geweer en een kogel van 0.130 doorsnede geschoten had, hetgeen in feite te klein is voor jacht op wild van die grootte. Hij stroopte de beer, waarna het visioen verdween.

Ongeveer een maand daarna nodigde een goede vriend hem uit om naar Alaska te gaan voor een jachtpartij op beren en elanden. Maar de uitnodiging scheen niet in overeenstemming met het visioen te zijn, daar de horens van een eland langwerpig zijn en het dier in het visioen horens had van een hert.

Weer ging er een maand voorbij, voordat hij een uitnodiging kreeg van Bud (Harvey) Southwick, een eerste klas gids op de hoofdwegen van Alaska, voor een gezamenlijke jachtpartij met nog een Christen broeder Eddie Byskal, de voorganger van de gids.

Broeder Branham was daar vroeger op jacht geweest en daar had hij een klein ziek jongetje kunnen helpen zodat het zijn gezondheid herkreeg. De genezing was als volgt:

Het Fort St. John ligt zeer ver noordwaarts.

In feite ligt het hoog in Yukon, waar de zon niet ondergaat. Het wordt er net niet donker.

Eddie ByskalEddie Byskal
"Ik ben een getuige"

De jagers hadden dan ook tijd genoeg om over geestelijke dingen te spreken. Rev. Byskal vertelde Bud over de samenkomsten van Broeder Branham, de visioenen en genezingen. Toen zei Bud, dat hij graag zou willen, dat Broeder Branham zijn broer, die epilepsie had, zou zien, want hij wist zeker, dat er iets goeds uit zou voortkomen. Voortdurend sprak hij er over, dat Broeder Branham een visioen zou krijgen en voor de jongen zou bidden, opdat deze gezond zou worden.

Op een dag nadat Broeder Branham juist zijn metgezellen had geholpen om de paarden weer op het spoor te brengen, vanwaar zij waren afgedwaald, zag hij een visioen van de jonge man. Hij had wat achteraan gereden ( aan het einde van het spoor) hij reed dan ook snel naar voren om het aan Bud te zeggen. Hij vertelde de heer Southwick dat het visioen hem had getoond dat zijn broer de aanvallen van kindsaf aan had en hij eindigde met het geven van een beschrijving van de jonge man. Alles klopte precies.

Daarna droeg hij hen op om de jonge man te gaan halen en hem naar Fort St. John te brengen, en daar op hem te letten. Wanneer de volgende aanval zou komen, moest men hem zijn hemd afscheuren en het in het vuur werpen en de overwinning was verzeker.

Welnu zij brachten de jongen naar Fort St. John. Bud vertelde zijn. vrouw, dat hij "Zo zegt de Here" voor hem had, alles wat zij dan ook moesten doen was het opvolgen van de instructies. De arme kerel had wanneer het hem te pakken had zo'n zes aanvallen per dag. En zijn laatste aanval kwam toen Bud weg was. Maar Mrs. Southwick was een Christin vervuld met God's Geest. Die kleine vrouw scheurde het hemd in de naam des Heren Jezus af en wierp het in het vuur. De aanvallen hielden op en kwamen niet weer terug.

Toen hij dan ook deze brief met de uitnodiging om te jagen kreeg, gevoelde hij, dat hij moest gaan. Hij en Fred Sothman gingen op weg en vertelden onderweg honderden mensen het visioen. Er waren daarom velen, die verlangend uitkeken naar het einde van de reis om te zien, of dit nu de tijd was, dat het visioen in vervulling zou gaan of niet.

De twee mannen gingen zover mogelijk om te trachten zich een beeld te vormen van de omgeving van het land en van de twee dieren, die gevangen zouden moeten worden.

Na de aankomst en een gesprek met de gids, werd hem medegedeeld, dat dergelijke dieren daar eenvoudigweg niet waren. In de eerste plaats waren herten daar schaars; voorts hadden rendieren langwerpige horens, hetgeen het dier in het visioen niet had, en bovendien waren er geen beren in de omtrek en zeker niet zilvergrijs gestreepte grizzlies. Het was een land van schapen, zij konden het dus beter daarbij houden.

Rev. Branham was niet verontrust, want het visioen kon op een latere datum in vervulling gaan. Een ding wist hij: het visioen zou uitkomen. Zij begonnen naar schapen uit te zien. Op ongeveer drie dagen afstand de heuvels in, viel Eddie in een kreek, hij ging dus terug naar beneden naar de wagen om zich te verschonen. De anderen zetten door en bereikten een hoger gelegen punt. In de morgen gingen zij er op uit en kregen hun eerste kans op prooi in de gaten.

Zij zagen een rendier met een jong. Even later zagen zij wat schapen. Toen Eddie een mannetjes rendier zag, doodde hij het; nadat zij het gevild hadden brachten zij het naar het kamp. Broeder Branham en Bud gingen er op uit met de bedoeling om aan de andere kant van de berg naar prooi uit te zien. Broeder Branham besloot om de berg met zijn verrekijker af te tasten. Toen hij dat deed, was dat dier van het visioen er. Hij gaf de verrekijker door aan Bud. Hij zag een geweldig groot rendier met andere horens. Het waren niet die van het brede soort, maar die van een hert. Het dier en de omgeving van het landschap waren precies overeenkomstig het visioen. Bud zei toen tegen Broeder Branham, dat er dan ook een beer moest zijn en zelfs de man met een groen geruit hemd. Toen zei Broeder Branham "Kijk naar het kamp". Daar stond Eddie in een groen geruit hemd, dat zijn vrouw voor hem had ingepakt en hij had het nu aan.

Weer keek Bud naar het rendier. Hij besefte, dat zij het niet konden schieten, .daar het juist in hun richting keek en er was onvoldoende struikgewas om zich achter te verbergen. Maar zij gingen voort en het dier bewoog niet. Zij naderden tot op 32 meter.

Toen schoot Rev. Branham het dier neer. Andere dieren waren vlakbij, maar met brede horens. Nu rees de vraag, zou er ook een beer zijn? Het leek iets op de oud-testamentische vraag: God heeft manna gegeven, maar kan Hij ook in het water voorzien?

Bud nam de verrekijker om er de berg mee af te speuren. Hij kon het gehele gebied afzien en er was geen beer te zien noch een plaats waar de beer verborgen kon zijn. Bud begon te twijfelen, maar Broeder Branham herinnerde hem er aan, dat één van de namen van God luidt: ,,De Here zal voorzien". Het zou waarlijk vreemd zijn, indien God een beer beloofde en er dan niet in een zou kunnen voorzien.

Hij zorgde voor een ram, dat in een struik gevangen was, voor Abraham, toen er geen rammen in de buurt waren. Er moest dus binnen niet te lange tijd een beer op het toneel verschijnen. En de HERE had gesproken, dat het een grote zilvergrijze gestreepte beer zou zijn. Zij hadden de man in het groene geruite hemd gezien; zij hadden' reeds, wat een "onmogelijk" dier scheen te zijn gedood, zij moesten dan ook de derde belofte in vervulling zien gaan. Onder het voortgaan uitte Bud zijn twijfel. Niet dat hij niet wilde geloven, maar het viel hem moeilijk te geloven nu de zon onderging, en er geen beer te zien was en evenmin een plaats, waar een beer verscholen kon zijn.
Bud (Harvey) Southwick Bud (Harvey) Southwick

Terwijl Bud de omgeving in de ene richting afspeurde, keek Broeder Branham' de andere kant op. Plotseling vroeg hij Bud zich om te draaien en naar een punt op de berg wijzende, vroeg hij hem wat hij daar zag. Daar stond de grootste zilvergrijs gestreepte grizzly, die Bud ooit had gezien. Hij zakte bijna in elkaar, toen hij hem zag. Daar stond die beer op zijn vier poten; bijna zo groot als een koe. De wind blies door zijn vacht waardoor deze recht overeind stond.

Bud was er geheel voor om de beer op die afstand neer te schieten, maar volgens het visioen moesten zij binnen de 450 meter komen. Hij was bang om hem te dicht te naderen, want grizzlies doden en stonden eens bekend als de verschrikking der prairie. Vaak worden zij door de Indianen genoemd "de beer die als een man rechtop loopt".

Zij liepen op de beer toe. Al die tijd droeg Broeder Branham die kleine 0.270 met 130 kogeltjes. Bud wist,dat hij minstens een grote Weatherby nodig had.

Maar het visioen had een klein geweer op een korte afstand getoond. De beer zou geraakt worden en naar beneden komen rollen tot bijna voor hun voeten.

Nu is een visioen een heerlijk iets, wanneer men het krijgt, maar om er deel van uit te maken en het ondanks groot gevaar te vervullen is nog iets anders.

De apostel Paulus had het visioen van het schip dat vergaan zou en toch zouden allen, zelfs de niet zwemmers behouden het land bereiken. Het visioen was wonderbaar, maar voor Paulus was er moed nodig om er leider van te zijn. De twee mannen gingen dus voort. Broeder Branham bemoedigde Bud met de gedachte dat zelfs indien hij alleen maar een B.B. geweer zou hebben, hij hem zou krijgen, omdat God's Woord niet kon falen.
Langzaam maar zeker kwamen zij dichterbij, terwijl Bud een schot in de rug voorstelde om de ruggengraat te breken en hem buiten gevecht te stellen.

Maar Broeder Branham besloot, dat het in het hart moest zijn, daar ongehoorzaamheid aan het visioen een falen of ramp tot gevolg kon hebben. Bud werd het voorstel gedaan om achter te blijven. Maar neen, dat wilde hij niet. Zij bereikten een heuveltop en daar binnen ongeveer 270 meter stond de geweldige grizzly. De beer zag hen en viel aan. Toen hij naar hen toesnelde, schoot Broeder Branham hem in zijn hart. De aanval was zeer snel, want hij kwam natuurlijk van de berg af. Maar plotseling viel hij voorover op ongeveer 45 meter van de. mannen vandaan neer op de grond. De beer was dood. Het geheel was geheel volgens het visioen geschied.

Het rendier van 42 duim Bud kon bijna niet meer spreken. Indien de horens van het rendier, bij het meten in kamp precies 42 duim lang zouden zijn, voelde hij, dat hij in huilen zou gaan uitbarsten. Broeder Branham vertelde hem, dat hij nu maar meteen met huilen moest beginnen, want zij zouden precies 42 duim zijn.

Toen zij het kamp naderden, zei Broeder Branham tegen Bud om op het zoontje van Eddie te letten, want het was de hand van een klein kereltje dat hij in het visioen had gezien. Toen Eddie het meetsnoer ging halen om de horens te meten riep hij zijn zoon om het eind vast te houden en daar was dat handje, dat het meetsnoer vasthield, volkomen volgens het visioen. Zij maten precies 42 duim. Bud kon nauwelijks iets zeggen. Hij had bijna teveel gezien en zich naar Broeder Branham kerend, vroeg hij verwonderd, of Broeder William hem kon vertellen waar hij (Bud) volgend jaar zou zijn. Hij voelde, dat hij evengoed alles kon weten, hij had nu zoveel gezien en meegemaakt.

Welnu, waarom doet God dergelijke dingen? Omdat Hij ons lief heeft en voor ons zorgt. Hij wenst volledig in ons leven te zijn. Op de een of andere dag zullen wij ons dat beseffen. Ik hoop alleen dat het dan niet te laat zal zijn. De vervulling van visioenen is een geweldig iets, maar de bediening van Rev. Branham heeft nog een andere fase welke iemand sprakeloos zal maken. Zijn nieuwe bediening is een, waarin hij het Woord spreekt en het geschiedt zoals het gesproken is. Dit is naar Marcus 11: 23 "Voorwaar Ik zeg u, wie tot dezen berg zou zeggen ,heft u op en werp u in zee, en in zijn hart niet zou twijfelen, maar geloven, dat hetgeen hij zegt geschiedt, het zal hem geworden: "Hier zijn enkele illustraties van dat gesproken woord, dat geschieden zal.

Uit "De profeet van de twintigste eeuw"


Luister naar het getuigenis van Eddie Byscal "I am a wittness" (engels) over zijn ooggetuigenverslag van de vervulling van het visioen "Het rendier en de beer"




VORIGE PAGINA     |   VOLGENDE PAGINA

HOME      INDEX getuigenissen    TOP   

______________________________________________

Voor vragen of opmerkingen:





Peter van Oort

Peter van Oort