In de Geest gaan”   61-0428        Luister geluidsfragment           lees preek

 

Onderzoek en ontdek of God erin is of niet. Jezus zei: "Deze tekenen zullen degenen volgen die geloven." Tekenen, wonderen, mirakelen... En wanneer wij onze kerken zien afkoelen en die dingen niet zien gebeuren... U moet wachten tot u een speciale evangelist, of zoiets, in uw stad krijgt, dan moet er op een paar tamboerijnen worden geslagen om een beetje emotie omhoog te werken. God is daar niet in. Nee. Ik zeg u dat wij vandaag opnieuw een terugkeer naar de oude Bijbel nodig hebben. Terug naar de ouderwetse Pinksterleer van de Bijbel. Terug naar de Heilige Geest. Terug naar de kracht van God. Terug naar gebedssamenkomsten die de hele avond duren, waar men hongert en dorst naar God. Dàt is wat wij vanavond nodig hebben in onze kerken, om dàt in onze systemen te brengen.


 

Zonder prijs wijn en melk  2-8-1959      Luister geluidsfragment      lees preek

 

Er is zoveel amusement in onze dag. Er is zoveel om mensen te verlokken tot wat wij "vermaak" zouden noemen, en het is voor alle mensen en voor alle leeftijden.

Daar zijn de verlokkingen voor de jonge mensen, de moderne dansen en de rock 'n' roll-fuiven en de muziek die men heeft die erbij hoort. En het is allemaal verlokkend, voor vertier.

Ik geef er niet om hoe goed het huis was waarin een kind werd opgevoed en hoe het onderwezen is om goed te doen; als dat kind de ervaring van de nieuwe geboorte niet aanvaard heeft, dan zal de rock 'n' roll-muziek zijn aandacht trekken zodra hij het hoort, omdat een vleselijke geest in hem is, door de natuur in hem geboren. En de kracht van de duivel is vandaag zo groot, dat het de geest van die kleine grijpt.

En hoeveel temeer zal het dat dan bij de ouderen doen, die de nieuwe geboorte geweigerd hebben! Want behalve als uw leven veranderd is en u bekeerd bent en u herboren bent in het koninkrijk van God, gaat uw natuur nog steeds uit naar de dingen van de wereld, ongeacht hoe religieus u bent. Tenzij dat in u veranderd is. U kunt aanbidden en godsdienstig zijn, maar dat zal nog steeds een soort aantrekkingskracht voor u hebben, omdat de oude mens der zonde met zijn verlangen nog niet dood in u is.

Maar laat eenmaal Christus de troon in uw hart nemen, dan storen die dingen hem niet meer; Hij is zoveel groter.

 

 

Invasie van V.S. 9 mei 1954        Luister geluidsfragment         lees preek

 

Ik vertel u, we hebben: "Steek uw hand op, wie Christus wil aannemen", enzovoort, gekregen. Dat is goed, broeder, maar dat verdrijft geen zonde.

84 U zult zich eerst moeten bekeren, in orde komen, daar op uw knieën gaan en het werkelijk uitroepen. Ik kan mij de keren nog herinneren toen de mensen van vroeger door de gangpaden liepen, en door de straten heen en weer liepen, wenend, en tot hun buren spraken. Dat waren Christenen van die dag, die vertelden over de dingen van de Heer.

En tegenwoordig zetten we onze naam in het kerkregister en gaan uit en blijven thuis en zeggen er niet eens één woord over. Onverschillig! "Zolang we maar bij de kerk behoren is het goed." Ik ben er zeker van dat we daar fout zijn, mensen. Onderzoekt uzelf! Want dat zal in het oordeel niet standhouden. Beslist niet. Het zal het niet.

Niets minder dan: "Wie Mij wil volgen, verloochene zichzelf, neme zijn kruis op en sterve dagelijks." Blijf dood, daar aan het kruis. Zo is het. Zielestrijd! "De weg, ik zal de weg gaan", zingt u, "met de weinige verachten des Heren."

Vandaag denk ik: "In wat een tijd leven we!" Die evangelieprediking brengen ze in grote schittering en ze proberen... Wanneer je de evangelist naar de stad ziet komen, vraag je je af. Ik, mijn samenkomsten zijn schuldig aan hetzelfde geweest. Dat is waar. Ik vraag me soms af wie er naar de stad komt, de evangelist of Jezus Christus? Wel, zij hebben...

Ik ging hier niet lang geleden ergens binnen, waar een zekere evangelist verondersteld werd te komen. En Jezus' Naam... Wel, zij hadden de foto van de evangelist: "De man van het uur", de man met dìt en de man met dàt.

Ik denk soms aan mijn bediening en zie dan mensen komen. En ik ga dan in een hotelkamer en zeg: "God, wie komen de mensen zien, mij of U? Als zij mij willen komen zien zijn zij echter verloren; maar, o God, haal mij naar beneden, neem mij uit de weg, ik wens U te vertegenwoordigen, Degene voor Wie ik op een dag zal komen te staan, met trillende handen en een bevend zwak lichaam, kijkend naar U. Wetend dat mijn ziel afhangt van Uw beslissing." Laten we Christus verhogen.

Vandaag zegt u: "Wel, ik behoor tot de Baptisten. Ik ben een Methodist. Ik behoor tot de tabernakel. Ik doe dit." O, dat heeft er niets mee te maken; geen enkel ding. Ik verbaas me wel eens.

Hier niet lang geleden, zag ik een reclame opgesteld, dat een zekere campagne naar de stad zou komen. En het woord van de man, de naam van de man werd in een grote boog vertoond met geweldige grote letters. En onderaan in een klein hoekje stond: "Jezus Christus, gisteren, vandaag en voorimmer dezelfde", helemaal in de hoek. Zie?

Men ontnam Christus alle heiligheid en stopte het in een man, of een kerk of een organisatie. Broeder, ik zal u zeggen, u kunt zich niet redden met glamour, Hollywoodaanstellerij en dergelijke, en het gaat via de kerk. Maar in de tegenwoordigheid van Jezus Christus, Hij is Degene die vereerd moet worden. Zo is het. Welnu, dat is de waarheid, mijn dierbare broeder en zuster.

Wees niet boos op me. Bedenk gewoon dat ik tot u predik. Ik wil prediken alsof het de laatste preek is die ik ooit nog in mijn leven zou prediken. Elke preek die ik predik wil ik prediken, alsof ik een man was die op stven lag en predikte tegen stervende mensen. En dat ben ik ook; mijn lamp is aan het opbranden, iedere dag, de uwe ook. En wij zijn sterfelijke wezens. En een dezer dagen komen we voor de levende God te staan, en we kunnen maar beter diep oprecht hiermee zijn.

En dat alles met een vals schijnsel, en een hoop drukte en lid worden van de kerk en het hier en daar gaan, met op deze en op die manier te handelen.

We kunnen maar beter ouderwetse gebedsdiensten in onze huizen hebben en het dag en nacht uitroepen tot God. De dag is nabij, de tijd van smart, de tijd van moeite. De Bijbel zei: "een donkere dag." Wij leven erin.

 

 

Sta stil!   18-5-1957        Luister geluidsfragment         

 

Tien van de spionnen die terug kwamen, zeiden: "O, het is voor ons onmo­gelijk om dat te doen. "Wel," zeiden ze, "hun grote steden zijn ommuurd. En er zijn reuzen in het land. We lijken zowat op sprinkhanen bij hen verge­leken. O, we zijn mislukkelingen; we kunnen het niet."

En natuurlijk, tien tegen twee, daar konden ze niet tegen op. Maar Jozua en Kaleb namen hun standpunt in en zeiden: "Wij zijn meer dan in staat het te doen." Maar voordat Kaleb, of Jozua kon spreken, moest Kaleb het volk eerst kalmeren, ze rustig krijgen. Sta stil. Ren niet hier naar toe en daar naar toe, en spring niet op dit of spring op dat.

Nu, wat maakte Kaleb zo zeker terwijl de oppositie zo groot was? Het hangt ervan af waar u naar kijkt. Kaleb keek naar de belofte van God. De andere tien keken naar de omstandigheden. Als u begint te kijken naar de omstandigheden of om u heen kijkt, dan zult u zeker gaan falen. Maar u moet nooit kijken naar wat om u heen is.

 

 

Vervolg Sta stil!   18-5-1957

 

De Christen kijkt niet naar omstandigheden; hij kijkt naar het Woord en staat stil. God heeft het gezegd; dat maakt het vast. Wat als Abraham naar de omstandigheden had gekeken? Misschien onderzoekt de dokter uw hart: "Dat doodt meer mensen dan enig ander ding." De dokter onderzocht uw hart en zei: "U

kunt ieder moment neervallen, u hebt een ruis." Dat is waar. Als u daar naar kijkt,

dan bent u verslagen om mee te beginnen. Kijk naar wat God heeft gezegd.

Nu, als Kaleb zou hebben gezegd: "O ja, de oppositie is groot. We hebben zelfs niet genoeg gereedschap om mee te vechten. En kijk naar deze muren; hoe komen we ooit door deze muren heen? Zij hebben er tienduizend tegenover ons honderd We zijn niet in tel. We zijn al geen krijgslieden om mee te beginnen. We zijn zelfs geen verenigd land. We zijn slechts een groep slaven van het platteland. We worden zelfs niet als een volk beschouwd." Maar er was één ding waar Kaleb naar keek: God had gezegd nog voordat zij Egypte verlieten: "Ik heb u het land gegeven." Dus het maakte Kaleb niet uit hoe de omstandigheden eruit zagen. Hij keek naar wat God had gezegd.

Op die manier moet u het vanavond doen. Kijk niet naar hoe de omstandigheden zijn; kijk naar wat God heeft gezegd. Het is Gods belofte die telt.

 

 

 

Dorstend naar leven  4-3-1960

 

Ik ging eens naar een feestje, het was geen feestje; het werd gegeven omdat we een actie hadden gehouden om lampen te verkopen. En er werd een korte toespraak gehouden. En we gingen er naartoe in Louisville, Kentucky, met de maatschappij waar ik voor werkte om te ontdekken dat ik meer lampen had verkocht dan het hele gezelschap, meer dan één van hen. Dus ze deden een paar dingen en we hadden een kleine maaltijd. En nadat dit allemaal voorbij was, schoven ze alles opzij en er was een soort van dansen. Er kwamen een paar meisjes aan om te dansen. Toen ze dat deden zei mijn baas tegen mij, zei: "Billy, ga daar achteraan staan bij de deur; we zullen wat onschuldige lol gaan maken." Ik zei: "Welk soort onschuldige lol?"

Zei: "Vind je het niet erg om bij de deur te staan?" Zei: "Ik weet dat je niet gelooft in dansen maar deze mensen gaan dansen."

"Wel," zei ik, "kan ik niet buiten wachten?"

Zei: "Wat je wilt."

Ik zei: "In orde." En toen ik naar achter begon te gaan, kwam er een klein meisje aanrennen en ze rende het podium op en begon bepaalde idiote handelingen te verrichten en ging zo door met haar rokje dat in het rond vloog. Ik dacht: "Dat is de dochter van een moeder." Ik stond daar even bij de deur en keek naar buiten. Ik dacht: "O, God, echt een knap meisje. Is het geen schande, het had de idool van een man kunnen zijn, een goede prediker misschien, een vertroosting voor een goede werkman die 's avonds thuis komt in zijn kleine kasteel waar hij misschien wat kleine kinderen zou hebben om op te pakken en mee te spelen; om een echt leven in vrijheid te hebben. Misschien is haar moeder wel een Christen geweest."

En ze begon rond te rennen en iedere man vast te grijpen. En ze rende naar achter naar mij toe. En ze zei: "Wil je dansen?"

Ik zei: "Ja, mevrouw, dat wil ik zeker." En ze zei: "Kom op."

Terwijl we het podium opliepen, zei ik: "Even een ogen blijk." En ik hield haar vast; ze was te klein om zich los te maken. Ik hield haar bij de hand, ik zei: "Er is iets

wat ik altijd in praktijk breng." Ik zei: "Als ik iets doe, bid ik eerst. Wil je met me mee bidden? Buig je neer." Ik hield haar hand vast. Ze kon het niet tegen houden. We verbraken die zaak daar binnen een paar minuten. Zeker. De oude jazzband stopte, ze borgen hun instrumenten op en gingen weg. Ik zei: "Meneer Hanson, u mag me ontslaan als u wilt."

Hij zei: "Nee, Billy, je hebt het goede ding gedaan."

Dat is het. Dat is geen leven. O, om in God opgenomen te zijn. Laat dat leven op mij vallen.

 

 

 

 

Pag.  1    2    3     4

Menu         HOME  

Pag. 1/4

1    2    3     4

Pag. 1/4