Invasie van V.S. 9 mei 1954 I tell you, we got, "Raise up your hands, who wants to accept Christ," all like that. That's all right, brother, but that don't--that don't expel sin. You've got to repent first, get right, get down there and really cry out. I can remember the times when the old fashion people would walk down through the aisles, and up-and-down the roads, a crying, and talking to their neighbors. That was Christians of that day, telling about the things of the Lord. ...Wij kregen: ”Heft uw handen, wie Christus wil aannemen.” Zoals dat. Dat is juist, broeder, maar dat zal zonde niet wegnemen. U zult u eerst moeten bekeren, in orde moeten komen, daar beneden komen en het werkelijk uitroepen. Ik kan mij de tijden herinneren toen de ouderwetse mensen door de gangpaden wandelden, de wegen op en neer liepen, het uitriepen en spraken met hun buren. Dat waren de christenen van die dag, vertellend over de dingen van God. En tegenwoordig zetten we onze naam in het kerkregister en gaan uit en blijven thuis en zeggen er niet eens één woord over. Onverschillig! "Zolang we maar bij de kerk behoren is het goed." Ik ben er zeker van dat we daar fout zijn, mensen. Onderzoekt uzelf! Want dat zal in het oordeel niet standhouden. Beslist niet. Het zal het niet. Niets minder dan: "Wie Mij wil volgen, verloochene zichzelf, neme zijn kruis op en sterve dagelijks." Blijf dood, daar aan het kruis. Zo is het. Zielestrijd! "De weg, ik zal de weg gaan", zingt u, "met de weinige verachten des Heren." Vandaag denk ik: "In wat een tijd leven we!" Die evangelieprediking brengen ze in grote schittering en ze proberen... Wanneer je de evangelist naar de stad ziet komen, vraag je je af. Ik, mijn samenkomsten zijn schuldig aan hetzelfde geweest. Dat is waar. Ik vraag me soms af wie er naar de stad komt, de evangelist of Jezus Christus? Wel, zij hebben... Ik ging hier niet lang geleden ergens binnen, waar een zekere evangelist verondersteld werd te komen. En Jezus' Naam... Wel, zij hadden de foto van de evangelist: "De man van het uur", de man met dìt en de man met dàt. Ik denk soms aan mijn bediening en zie dan mensen komen. En ik ga dan in een hotelkamer en zeg: "God, wie komen de mensen zien, mij of U? Als zij mij willen komen zien zijn zij echter verloren; maar, o God, haal mij naar beneden, neem mij uit de weg, ik wens U te vertegenwoordigen, Degene voor Wie ik op een dag zal komen te staan, met trillende handen en een bevend zwak lichaam, kijkend naar U. Wetend dat mijn ziel afhangt van Uw beslissing." Laten we Christus verhogen. Vandaag zegt u: "Wel, ik behoor tot de Baptisten. Ik ben een Methodist. Ik behoor tot de tabernakel. Ik doe dit." O, dat heeft er niets mee te maken; geen enkel ding. Ik verbaas me wel eens. Hier niet lang geleden, zag ik een reclame opgesteld, dat een zekere campagne naar de stad zou komen. En het woord van de man, de naam van de man werd in een grote boog vertoond met geweldige grote letters. En onderaan in een klein hoekje stond: "Jezus Christus, gisteren, vandaag en voorimmer dezelfde", helemaal in de hoek. Zie? Men ontnam Christus alle heiligheid en stopte het in een man, of een kerk of een organisatie. Broeder, ik zal u zeggen, u kunt zich niet redden met glamour, Hollywoodaanstellerij en dergelijke, en het gaat via de kerk. Maar in de tegenwoordigheid van Jezus Christus, Hij is Degene die vereerd moet worden. Zo is het. Welnu, dat is de waarheid, mijn dierbare broeder en zuster. Wees niet boos op me. Bedenk gewoon dat ik tot u predik. Ik wil prediken alsof het de laatste preek is die ik ooit nog in mijn leven zou prediken. Elke preek die ik predik wil ik prediken, alsof ik een man was die op stven lag en predikte tegen stervende mensen. En dat ben ik ook; mijn lamp is aan het opbranden, iedere dag, de uwe ook. En wij zijn sterfelijke wezens. En een dezer dagen komen we voor de levende God te staan, en we kunnen maar beter diep oprecht hiermee zijn. En dat alles met een vals schijnsel, en een hoop drukte en lid worden van de kerk en het hier en daar gaan, met op deze en op die manier te handelen. We kunnen maar beter ouderwetse gebedsdiensten in onze huizen hebben en het dag en nacht uitroepen tot God. De dag is nabij, de tijd van smart, de tijd van moeite. De Bijbel zei: "een donkere dag." Wij leven erin. . |