Sta stil! 18-5-1957 Tien van de spionnen die terug kwamen, zeiden: "O, het is voor ons onmogelijk om dat te doen. "Wel," zeiden ze, "hun grote steden zijn ommuurd. En er zijn reuzen in het land. We lijken zowat op sprinkhanen bij hen vergeleken. O, we zijn mislukkelingen; we kunnen het niet." En natuurlijk, tien tegen twee, daar konden ze niet tegen op. Maar Jozua en Kaleb namen hun standpunt in en zeiden: "Wij zijn meer dan in staat het te doen." Maar voordat Kaleb, of Jozua kon spreken, moest Kaleb het volk eerst kalmeren, ze rustig krijgen. Sta stil. Ren niet hier naar toe en daar naar toe, en spring niet op dit of spring op dat. Nu, wat maakte Kaleb zo zeker terwijl de oppositie zo groot was? Het hangt ervan af waar u naar kijkt. Kaleb keek naar de belofte van God. De andere tien keken naar de omstandigheden. Als u begint te kijken naar de omstandigheden of om u heen kijkt, dan zult u zeker gaan falen. Maar u moet nooit kijken naar wat om u heen is. Vervolg Sta stil! 18-5-1957 De Christen kijkt niet naar omstandigheden; hij kijkt naar het Woord en staat stil. God heeft het gezegd; dat maakt het vast. Wat als Abraham naar de omstandigheden had gekeken? Misschien onderzoekt de dokter uw hart: "Dat doodt meer mensen dan enig ander ding." De dokter onderzocht uw hart en zei: "U kunt ieder moment neervallen, u hebt een ruis." Dat is waar. Als u daar naar kijkt, dan bent u verslagen om mee te beginnen. Kijk naar wat God heeft gezegd. Nu, als Kaleb zou hebben gezegd: "O ja, de oppositie is groot. We hebben zelfs niet genoeg gereedschap om mee te vechten. En kijk naar deze muren; hoe komen we ooit door deze muren heen? Zij hebben er tienduizend tegenover ons honderd We zijn niet in tel. We zijn al geen krijgslieden om mee te beginnen. We zijn zelfs geen verenigd land. We zijn slechts een groep slaven van het platteland. We worden zelfs niet als een volk beschouwd." Maar er was één ding waar Kaleb naar keek: God had gezegd nog voordat zij Egypte verlieten: "Ik heb u het land gegeven." Dus het maakte Kaleb niet uit hoe de omstandigheden eruit zagen. Hij keek naar wat God had gezegd. Op die manier moet u het vanavond doen. Kijk niet naar hoe de omstandigheden zijn; kijk naar wat God heeft gezegd. Het is Gods belofte die telt. |